12 standaarden, spreuken voor zorgverleners, stervensbegeleiders

Een boeddhistisch perspectief

Inleiding 12 standaarden, spreuken

Hieronder staan 12 standaarden, spreuken, slogans vermeld. Deze spreuken dienen als standaarden voor die zorgverleners of stervensbegeleiders die ernstig zieken of stervenden begeleiden. De standaarden kunnen gezien worden als richtlijnen bij het ondersteunen van zieken en/of stervenden. Om die reden is het goed er regelmatig aandacht aan te besteden. Dat kan als individu door dagelijks op één van de 12 standaarden te reflecteren. Dat kan ook door in een studiebijeenkomst de standaarden met andere zorgverleners, stervensbegeleiders door te spreken en van voorbeelden en tegenvoorbeelden te voorzien. Daarnaast is het natuurlijk zonder meer mogelijk en ook gewenst de standaarden aan te passen aan de eigen situatie of nieuwe standaarden te bedenken. De standaarden kunnen op die manier beschouwd worden als een uiting van voortschrijdend inzicht van alle betrokkenen. Het is uiteindelijk mogelijk dat dergelijke gesprekken uiteindelijk leiden tot ‘de standaarden’ voor een specifieke groep zorgverleners en/of stervensbegeleiders. Wel is het belangrijk om de standaarden voortdurend bij te stellen en aan te passen aan nieuwe situaties. Het is ongewenst de standaarden voor langere tijd vast te leggen. Dan worden ze te star.

De 12 standaarden, spreuken met een korte toelichting

  1. Ontwikkel een oprechte bereidheid om je eigen angst voor de dood in de ogen te kijken.

Toelichting/voorbeelden: het is belangrijk om dat te doen als we in aanwezigheid van een stervende zijn. Als we het niet doen kunnen we ook niet goed voor de zieken of stervenden zorgen. Zij zullen onze belemmeringen daarin direct ervaren. Een beoefening die kan helpen om dit te realiseren is de beoefening van tonglen. Klik op tonglen voor meer informatie. 

  1. Erken de fundamentele goedheid die in degene die voor je staat, zit of ligt, aanwezig is.

Toelichting/voorbeelden: Als we de fundamentele goedheid erkennen, kunnen we met die persoon omgaan met een grote mate van vertrouwen. We zien die persoon dan als iemand met een eigen intelligentie, een eigen mededogen, een eigen helderheid, ook als die zich niet meer goed kan uitdrukken. Als we die visie niet hebben, zullen we met minder vertrouwen met die persoon omgaan. Het is overigens mogelijk het begrip fundamentele goedheid andere namen te geven. Denk aan boeddha natuur, natuurlijk helder gewaarzijn (zoals in het boek van Sebo Ebbens: ‘Op de golven van geboorte en dood’), rigpa, leegte of sunyata (leegte is daarbij niet leegte, maar eerder een bron van mogelijkheden), helderheid-leegte, verlichting, ..

  1. Blijf in het moment in contact met de zieke of stervende. Blijf bij wat er ook in de ontmoeting ontstaat en wat er ook gebeurt.

Toelichting/voorbeelden: deze standaard heeft ook te maken met ‘aanwezigheid’, met aanwezig zijn en aanwezig blijven. Aanwezigheid betekent dat we er vol bij zijn, wat er ook gebeurt. Een ander woord die deze spreuk ook toelicht is het woord ‘ontmoeten’. Het krijgt dan de betekenis van ont-moeten, een plek waar er niets moet, een plek waar iedereen de kans krijgt te doen en te zeggen wat goed is voor de situatie. Zie bijvoorbeeld ook https://toegepast-boeddhisme.nl/werkwijzen/drie-niveaus-van-aanwezigheid. Zie ook standaard 8.

  1. Houd je mentale ruimte intact. Sta vandaar uit toe dat er gebeurt, wat er gebeurt

Toelichting/voorbeelden: deze standaard is sterk verwant met spreuk 3 hierboven. De essentie van deze standaard houdt in dat we altijd handelen of reageren vanuit een mentale openheid. We staan open voor wat nodig is om te doen. Het kan nog sterker gezegd: als we open staan voor wat zich aan ons voordoet, zien we wat nodig is om te doen, en doen we dat ook. Dat is dan een natuurlijke respons op de situatie. Dat is ook weer te geven in een kort stappenplan: 1. open staan, 2. helder zien, 3. weten wat te doen. Maar dat lukt niet altijd meteen. Op zo’n moment kunnen we oefenen.

  1. Benader iedere persoon of iedere situatie zonder vooroordeel of oordeel. Open jezelf voor wie er voor je ligt, zit of staat

Toelichting/voorbeelden: dit is duidelijk en spreekt voor zichzelf. Als we iemand willen helpen die ziek is of stervende, doen we dat zonder aanziens des persoons. Die mag mooi, lelijk, gekleurd, blank, dik, dun, homo, hetero, bi, transseksueel, … zijn. Het maakt niet uit. Het gaat bij het begeleiden van een zieke of stervende om andere zaken. Dat sluit aan bij een zin die een Rinpoche een keer heeft uitgesproken: ‘Als we overleden zijn en er als lijk bij liggen, is het niet interessant meer of we er mooier bij liggen dan de lijken van anderen’.

  1. Wees je voortdurend gewaar van zowel je eigen lichaam als je eigen geest

Toelichting/voorbeelden: heel vaak zitten we vol ideeën over wat er zal mogelijk kan gebeuren en hoe we ons daarop zouden moeten voorbereiden. Er zijn veel vragen die we bij onszelf oproepen als we werken met zieken en/of stervenden. Eén van de manieren om ons daarop voor te bereiden is door aandacht te besteden aan ons lichaam. Als we denken, zitten we vooral in ons hoofd. Als we verbinding hebben met ons lichaam, zijn we veel meer gegrond. Als we in verbinding zijn met ons lichaam gaan we ook langzamer dan wanneer we veel denken. Met meer verbinding met ons lichaam staan we steviger, kunnen we meer hebben. Dat is net als een berg: die raakt niet ontzet als er een stevige wind waait. Het is daarom belangrijk ons lichaam niet (nooit!) te vergeten.

  1. Waardeer de dood als onderdeel van het bestaan

Toelichting/voorbeelden: waardeer de dood als onderdeel van het bestaan van degene die je begeleidt. Waardeer de dood ook als onderdeel van je eigen bestaan. Door de dood in de ogen te kijken, realiseren we ons vaak pas wat we in ons leven aan het doen zijn en wat belangrijk is om te doen en niet. We leren juist in de eindigheid van ons bestaan hoe we de kwaliteit van ons leven kunnen versterken. Daarom is het ondersteunen van een zieke of stervende zo waardevol, ook voor onszelf. Op deze vooronderstelling is het boek van Sebo Ebbens ‘Op de golven van geboorde en dood‘ gebaseerd. 

  1. Wees aanwezig bij de zieke of stervende. Probeer op geen enkele manier de situatie van de zieke of stervende, of de hele situatie over te nemen

Toelichting/voorbeelden: Deze standaard is verwant met een aantal van de andere standaarden. Aanwezig zijn betekent dat we er zijn voor de ander en dat we er niet zijn om meteen te helpen als we binnenkomen. Er wordt vaak gezegd dat we eerst vol aanwezig moeten zijn voordat we wat mogen doen. Daar is een regel van te maken: eerst presentie (aanwezigheid), dan interventie (iets doen). Het is ook mogelijk dat strenger te zeggen: we mogen niet iets doen als we niet eerst aanwezig zijn. Aanwezig zijn betekent dat we open moeten zijn voor wie we voor ons hebben en de situatie waar die persoon in zit. Als we een open situatie gecreëerd hebben door ‘gewoon’ bij de zieke of stervende te zijn, kunnen we om ons heen kijken. Daarna weten we wat we kunnen doen of we kunnen vragen of de zieke of stervende iets nodig  heeft. Zie ook standaard 3.

  1. Vraag je voortdurend af wiens behoeften je honoreert: zijn het de behoeften van de zieke of stervende die je honoreert? Of honoreer je vooral je eigen behoeften?

Toelichting/voorbeelden: een aardig voorbeeld is dat een stervende graag een eitje wilde. De begeleider maakte toen vanuit alle goede bedoelingen een uitgebreide omelet. Dat is niet de bedoeling: een eitje waarom gevraagd wordt is een eitje en geen omelet. Bij het maken van een omelet ging de begeleider uit van een eigen behoefte om te helpen.

  1. Realiseer je dat er niet een ‘juiste’ of ‘beste ‘ manier is om te sterven. En realiseer je eveneens dat er niet een ‘juiste’ en ‘beste’ manier is om iemand daarbij te ondersteunen.

Toelichting/voorbeelden: Als het gaat om de juiste houding bij de ondersteuning van een stervende: dé juiste houding bestaat niet. Op precies dezelfde manier bestaat ook de ‘juiste’ manier van sterven niet. De reden daarvoor is dat onze ‘juiste’ houding afhankelijk is van wat de stervende nodig heeft en wat wij zelf te bieden hebben. Wat we altijd te bieden hebben is onze motivatie om tot steun te zijn met ons mededogen, onze hartkwaliteit, onze betrokkenheid. We kunnen voor de ander een open en meedogende vriend(in) zijn.

  1. Vraag de zieke of stervende persoon waar die behoefte aan heeft of wat die wil, in plaats van aan te nemen dat je dat wel weet

Toelichting/voorbeelden: dit is helder. We doen niet iets voor iemand als we niet zeker weten dat die ander dat ook werkelijk wil of nodig heeft. Dat is extra gevoelig als iemand ernstig ziek of stervende is. Als je iets aanbiedt waar zij niet om gevraagd hebben, moet die te midden van de behoorlijke inspanningen voor zichzelf om erbij te blijven zich ook nog verdedigen tegen de opdringerigheid van anderen die zo het beste met hem of haar voor hebben. Dat is ongewenst omdat dat een extra last of inspanning met zich mee brengt. Zie ook standaard 9.

  1. Probeer als verzorger, zorgverlener de zieke of stervende te ondersteunen in plaats van iemand te zijn die het voor de zieke of stervende wel even zal organiseren of regelen

Toelichting/voorbeelden: dit is een samenvatting van veel van wat hierboven staat. Samengevat: doe de dingen altijd in samenspraak met de zieke of de stervende. Ga het in elk geval niet voor de ander regelen, ook al zijn je bedoelingen nog zo goed. 

Opmerking tot slot

Als deze standaarden eenmaal zijn doorgedrongen, blijken ze niet alleen belangrijk in de omgang met ernstig zieken of stervenden. Ze blijken ook (bijzonder) belangrijk in de ontmoetingen die we hebben met de mensen die we in ons volle leven tegenkomen. Dat geldt voor onze geliefden, onze vrienden en vriendinnen, onze collega’s, enzovoort. De visie van het denken hier is namelijk dat beter omgaan met de dood ons helpt om de kwaliteit van ons leven te vergroten. Dan beseffen we beter wat ertoe doet. Als we de juiste houding hebben om een stervende goed te kunnen begeleiden, hebben we die ook bij mensen die onze steun nodig hebben tijdens het leven.