Euthanasie

Een boeddhistisch perspectief

Euthanasie

In het boek van Sebo Ebbens ‘Op de golven van geboorte en dood‘ is in deel 1 de theorie van de Tibetaans boeddhistische visie op leven en sterven besproken. In deel 2 zijn diverse beoefeningen aan deze theorie gekoppeld. In de verschillende beoefeningen wordt er regelmatig naar de theorie hoofdstukken verwezen.

De onderstaande tekst is een aanvulling op de beoefeningen in het boek. Deze tekst gaat over een (Tibetaans) boeddhistische visie op euthanasie. Dé visie bestaat niet. De reden is dat lang niet alle boeddhisten hetzelfde over dit onderwerp denken. Daarom hieronder eerst een Tibetaans boeddhistisch perspectief op euthanasie met argumenten (1). Daarna wordt gekeken naar  wat de regels, wetten, afspraken zijn bij euthanasie in de Nederlandse situatie (2). Bij 3. wordt beschreven of en hoe deze verschillende perspectieven met elkaar te verbinden zijn. Tot slot wat bronnen en verwijzingen (4).

 

1. Een boeddhistisch perspectief op euthanasie

Een belangrijke discussie binnen euthanasie is de discussie over ‘voltooid leven’. Die discussie gaat erover of en zo ja wanneer we over een voltooid leven kunnen spreken. Op die vraag zijn er veel antwoorden mogelijk. Er bestaan in het Westen geen eenduidige opvattingen over wat een voltooid leven is, over een leven waarin alle doelen gehaald zouden zijn.

De boeddhisten geven daar wel een antwoord op. De (Tibetaanse) boeddhisten stellen dat het leven geen vooropgesteld plan kent met heldere stappen en te halen doelen. Hun visie is dat we in ons leven moeten leren om om te gaan met de werkelijkheid zoals die zich aan ons voordoet. Omdat die werkelijkheid voortdurend verandert evenals onze eigen opvattingen en ideeën, is het nodig om ons voortdurend aan te passen aan de omstandigheden zoals die zich voordoen. Tegelijk creëren we zelf nieuwe omstandigheden. We leren, veranderen en onze opvattingen veranderen voortdurend mee. Ons leven is in deze visie daarmee eerder te beschouwen als een continue proces dan als een project met te halen doelen. In die zin is ons leven nooit voltooid. Natuurlijk zijn er grenzen. Zie daarvoor even verderop.

De Tibetaans boeddhisten hebben nog een argument waarom zij vinden dat ons leven niet direct voltooid is. Hun argument daarvoor is dat ons leven niet gemarkeerd wordt door één begin en één einde. Hun veronderstelling is dat we een zich herhalende cyclus van leven, sterven en wedergeboorte doorlopen. Op die cyclus hebben we grote invloed. We kunnen die cyclus ook stoppen. Dat gebeurt als we in staat zijn ons te verbinden met onze fundamentele kwaliteit, het natuurlijke heldere gewaarzijn, zoals Sebo Ebbens dat in zijn boek noemt. De reden waarom de cyclus in hun visie dan stopt is dat, als we met dat gewaarzijn in verbinding staan, we bevrijd zijn van al onze neigingen en gewoontepatronen, onze belemmeringen en fixaties. We zijn dan in staat om ons leven vol in het hier en nu te leven. Dan zijn we tot rust gekomen. Dan zijn we er. Dan hoeven we niet verder.

Het is mogelijk om te stellen dat we zo’n moment ons leven ‘voltooid’ hebben. Niet iedereen zal dat bereiken. Als dat zo is, worden we wedergeboren. De verwachting is om die reden dat we meerdere levens zullen doorlopen voordat we wel zover zijn. Het is verder zo dat we, als we die verbinding gemaakt hebben, nog steeds een keuze hebben om wedergeboren te worden. Als we dat beslissen, doen we dat vanuit mededogen om anderen te helpen zodat ook zij zich kunnen bevrijden van de cyclus van leven, sterven en wedergeboorte.  

Voor velen van ons biedt ons leven lang niet altijd wat wij ervan verwachten. Wanneer die teleurstelling groot is en onoverbrugbaar, of als we bang zijn voor heftig lijden tijdens en na ons sterven, dan kan de wens voor euthanasie ontstaan. Andrew Holocek (zie bij bronnen hieronder) zegt in zijn boek dat euthanasie in de boeddhistische visie is toegestaan in de vorm van passieve euthanasie. Als we zeker weten dat we binnenkort zullen sterven en de pijn en het lijden op dat moment groot en uitzichtloos is, is het mogelijk om te vragen om euthanasie. Actieve euthanasie, ons leven verlaten omdat we de laatste fase niet aan willen, wordt door hem en veel andere boeddhisten afgewezen. De reden daarvoor is dat, juist omdat we in een cyclus zitten van sterven en wedergeboren worden, we ons lijden niet stoppen door euthanasie te laten doen. Alles wat we meegemaakt hebben en meemaken aan lijden en gedoe en wat we niet oplossen, nemen we mee naar een volgend bestaan. Het advies is daarom om ons lijden aan te gaan. Het aangaan zwakt onze gewoontepatronen af om te zoeken naar datgene wat we graag willen houden en afwijzen wat we niet willen houden. Maar er zijn natuurlijk grenzen.  

2. De Nederlandse situatie bij euthanasie

De Nederlandse wet is duidelijk over het helpen bij euthanasie. In de wet staat dat doden op verzoek in Nederland strafbaar is. Dit is te vinden in artikel 293 van het Wetboek van Strafrecht: ‘Hij die opzettelijk het leven van een ander op diens uitdrukkelijk en ernstig verlangen beëindigt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie’.

Sinds 2002 is euthanasie en hulp bij zelfdoding in Nederland onder voorwaarden (de zorgvuldigheidseisen) toegestaan. Dit is vastgelegd in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (2002), vaak kort genoemd: Euthanasiewet. Kijk voor de volledige wettekst op https://wetten.overheid.nl/BWBR0012410/2014-02-15. Voor het ontwikkelen van de wet en de zorgvuldigheidseisen zijn enkele rechtszaken in het verleden van belang geweest.

De euthanasiewet is in overeenkomst met internationale verdragen en de daarin neergelegde meest fundamentele mensenrechten, zoals het artikel 6 van het VN verdrag inzake Burger en Politieke Rechten (BUPO) en artikel 2 van het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens (EVRM).

Euthanasie is dus strafbaar tenzij de arts die euthanasie uitvoert zich houdt aan de zorgvuldigheidseisen die in de wet zijn opgenomen. Ook moet de arts de euthanasie melden.

De artsen van het KNMG vinden sinds 2010 dat een opeenstapeling van ouderdomsklachten, bijvoorbeeld doof, blind, slecht lopen, incontinentie, geheugenverlies enzovoort, inclusief functieverlies en verlies van waardigheid een grond kan zijn voor euthanasie of hulp bij zelfdoding.

Geen recht op euthanasie
Belangrijk is te erkennen dat er vanuit de arts bekeken geen recht op euthanasie bestaat. Principiële bezwaren van artsen tegen euthanasie en hulp bij zelfdoding dienen te worden gerespecteerd. Wel is het zo dat de behandelend arts tijdig en helder met een patiënt moet spreken over diens laatste levensfase als die in zicht komt. De arts moet daarbij helder benoemen wat voor hem de (on)mogelijkheden zijn, inclusief zijn eigen opvatting over euthanasie of hulp bij zelfdoding.

Voor de medische beroepsgroep is het invoelbaar dat mensen zekerheid en geruststelling willen als het gaat om het eigen levenseinde, voor dat moment of de toekomst. Zij vinden dat een aparte ‘voltooid leven’-wet naast de huidige euthanasiewet teveel risico’s en nadelen kent en daarom onwenselijk is. De artsen stellen dat het belangrijk is het gesprek over het levenseinde tijdig te voeren. Als het laat plaats vindt, gaat dat niet zelden gepaard met teleurstellingen en onbegrip. Een tijdig gesprek over het naderend overlijden plannen is niet gemakkelijk, maar wel belangrijk. Het voorkomt misverstanden over de hulpverlening bij het sterven. 

De artsenvereniging biedt daartoe artsen en patiënten houvast met een handreiking.

Daarnaast is er de NVVE. Die is er voor iedereen die waardig wil sterven. Zij willen een optimale uitvoering van de euthanasiewet, vooral voor groepen die in de praktijk geen hulp krijgen, zoals mensen met dementie, chronisch psychiatrische patiënten en ouderen die vinden dat hun leven voltooid is.

3. Overwegingen voor een besluit

Het grote aantal verschillende overwegingen hierboven genoemd maakt het duidelijk dat euthanasie gaat om een groot persoonlijk vraagstuk. Dat klopt want het gaat over het vraagstuk van leven en dood. Een besluit is daarom altijd een persoonlijk besluit. Als we euthanasie willen is het ook de vraag of we daarin onze arts meekrijgen. Om die reden is het in elk geval belangrijk bij de geliefden, vrienden en vriendinnen, en de eigen arts tijdig aan de bel te trekken als er over euthanasie wordt gedacht. Dat kan leiden tot een wilsverklaring waarin we kunnen aangeven dat we afzien van verdere behandeling wanneer we ons leven als voltooid beschouwen.

Angst voor aftakeling
Bij de meeste mensen die actieve euthanasie willen, spelen ook vaak de angst lichamelijk af te takelen, de angst afhankelijk te worden van anderen en te moeten leven met het verlies van regie over het eigen leven, en de angst te moeten leven met het verlies van doel en zingeving. In combinatie kunnen dit soort factoren leiden tot de behoefte het leven te beëindigen. De afweging of ‘het leven voltooid’ is, is daarin een persoonlijke afweging. Zie 1. Die afwegingen blijken overigens over de tijd heen nogal te veranderen.

Persoonlijke keuzes
In het persoonlijk besluit spelen uiteindelijk twee belangrijke thema’s mee. De Dalai Lama benoemt dat. Hij stelt dat in situaties als deze twee even grote maar hier tegengestelde prioriteiten van het boeddhisme spelen: ‘de waarde van het leven zien en daarmee het behoud van leven’, en ‘het mededogen voor onszelf en anderen’. In de boeddhistische visie is de wens van de stervende leidend. De visie dat we niet krampachtig hoeven te zijn rond deze twee prioritieten. We kunnen die discussie vrij voeren, omdat die discussie een onderdeel is van ‘onze golven van geboorte en dood’. Uiteindelijk vraagt het een goede en heldere afweging, een echt besluit. Zoals al een aantal keren is gezegd: als mededogen voor onszelf en anderen ook een belangrijke overweging is, zullen de effecten naar het vervolg in de cyclus er heel anders uitzien, dan wanneer louter het eigenbelang centraal staat. In elk geval kunnen de buitenstaanders meedogend zijn voor diegene die voor deze keuze staat.

Mededogen
Ook de wetgeving rond euthanasie komt voort uit mededogen, uit betrokkenheid rond het lijden, gedoe en disbalans van degenen die voor deze keuze staan. Dat vraagt om erkenning. Daar staat tegenover dat diegenen die het boeddhistische pad gelopen hebben of daaraan geproefd hebben, weten dat er een alternatief is voor hoe we het leven kunnen leiden. Het boeddhistische pad kan een pad zijn dat leidt naar vrijheid en geluk. Maar noch vrijheid noch geluk is afdwingbaar. Ook daar moet iedereen zelf voor kiezen. Die ervaringen en inzichten kunnen niet in wetten gegoten worden. Die kunnen alleen maar groeien wanneer we daar persoonlijke ervaringen mee hebben opgedaan. We kunnen anderen daarbij ondersteunen, maar ook daar geldt dat ze het uiteindelijk zelf moeten doen. Voor onszelf is het goed om hiermee ruim voor ons sterven mee bezig te gaan. Als we vlak voor ons sterven voor dergelijke keuzes staan, is er te weinig tijd om ervaring op te doen met wat het boeddhisme aan inzichten heeft te bieden of beoefeningen te doen die ons in een laatste fase van ons leven kunnen bijstaan. Of zoals een boeddhistische leraar zei: ‘Het is te laat om een wc te bouwen als we naar de wc moeten. Daar moeten we eerder mee beginnen’.

4. Bronnen, achtergrondinformatie