Continuïteit bewustzijn?

Is ons bewustzijn continue, ook na onze dood? Of is er steeds een nieuw begin en einde van ons bewustzijn?

In het boek van Sebo Ebbens ‘Op de golven van geboorte en dood’ is in deel 1 de theorie van de Tibetaans boeddhistische visie op leven en sterven besproken. In deel 2 zijn diverse beoefeningen aan deze theorie gekoppeld. In de verschillende beoefeningen wordt er regelmatig naar de theorie hoofdstukken verwezen.

Omdat de Tibetaans boeddhistische visie over leven en sterven in een aantal opzichten zo anders dan bij ons, vraagt een aantal van die opvattingen om een gesprek of debat. Er worden in elk geval een aantal uitspraken gedaan die in onze cultuur en opvattingen niet vanzelfsprekend zijn.

Op deze pagina wordt het gesprek geopend over een mogelijk leven na de dood. De Tibetaans boeddhistische opvatting is dat ons bewustzijn na ons leven doorgaat. Niet iedereen is het daarmee eens. Vandaar het gesprek. Reacties zijn hartelijk welkom via contact. Het lijkt een goed idee om eerst te wachten tot ruim nadat het boek is verschenen. 

De veronderstelling: ons bewustzijn gaat door

Een van de belangrijkste discussiepunten bij de Tibetaans boeddhistische visie op leven en sterven is de discussie over het leven na de dood. Dat is een lastig onderwerp. Het is moeilijk te bewijzen dat er een vorm van leven na ons sterven is. In het Westen wordt daar meestal niet in geloofd. De Tibetaanse boeddhisten gaan ervan uit dat het wel zo is. Dat is hoe dan ook een discussie waard. 

Waar hebben we het over?
Belangrijk bij deze discussie is dat we het hebben over ons bewustzijn en de aard van ons bewustzijn als we het hebben over een leven na de dood. Het is namelijk ons bewustzijn dat in de Tibetaanse visie meegaat na ons sterven. Ons lichaam gaat niet mee. Die lost tijdens het sterven op in de verschillende elementen.

Wel is het zo dat, als we aannemen dat ons bewustzijn direct gekoppeld is aan ons lichaam en de hersenen (materie), – en dat is de visie in het Westen – ons bewustzijn direct na ons sterven zal stoppen omdat ons lichaam en daarmee onze hersenen ophouden met functioneren. Als dit de aanname is, is een verder discussie over een mogelijk leven na de dood weinig zinvol. Wel is de belangrijke vraag te stellen hoe, als ons bewustzijn stopt bij ons sterven, dat bewustzijn weer ontstaat bij het begin van ons leven.Waar komt dat vandaan?

Vraag naar het begin van alles
Het stoppen van ons bewustzijn is behoorlijk acceptabel te maken. De vraag naar het begin van ons bewustzijn, het begin van ons leven, is een vraag die veel lastiger is te beantwoorden. We kunnen ons waarschijnlijk nog wel voorstellen dat ons lichaam ontstaat: die wordt uit de verschillende elementen samengesteld. Dat ons bewustzijn ontstaat, de grond van onze levenskracht, is veel lastiger. Waarschijnlijk is het ons nog lastiger voor te stellen dat het juist het bewustzijn is dat het ontstaan van ons lichaam uit de verschillende elementen vorm geeft.

Die discussie is met name interessant als we ons realiseren dat ‘dode materie’ zoals water, vuur, steen, … andere kwaliteiten heeft dan ‘levende’ materie zoals cellen; en dat bewustzijn weer andere kwaliteiten heeft. Zo denkt dode materie niet, beweegt niet uit zichzelf, en heeft geen kwaliteit van weten. Zo splitst levende materie zich, groeit, past zich aan, maar heeft ook niet perse een kwaliteit van weten. Wij mensen (en sommige dieren) hebben dat wel dankzij het bezit van ons bewustzijn. Wij hebben de potentie van weten, denken en reflecteren, ook al gebruiken we het niet altijd.

Tibetaanse boeddhistische visie
Het Tibetaans boeddhisme heeft natuurlijk ook geprobeerd de vraag naar het begin van ons bewustzijn te beantwoorden. Ze zijn op de volgende antwoorden uit gekomen. Allereerst hanteren zij de veronderstelling dat iets niet uit niets kan ontstaan. Dat is logisch te beredeneren. De vraag hoe materie is begonnen, of hoe bewustzijn is begonnen kan dan niet direct beantwoord worden wanneer de veronderstelling is dat niet iets uit niets kan ontstaan. Eén van de consequenties van het denken over die vraag is voor hen dat materie en bewustzijn er dan altijd geweest moeten zijn. Als dat zo is kan materie uit materie (uit bijvoorbeeld de elementen) zijn ontstaan en bewustzijn uit bewustzijn. De vorm waarin materie of bewustzijn zich manifesteerden kan velerlei zijn. Hun veronderstelling is dat materie en bewustzijn een continuïteit kennen die niet verloren gaat, nooit verloren is geraakt, en nooit verloren zal gaan. Vaak manifesteren materie (lichaam) en bewustzijn zich in combinatie, zoals tijdens ons leven waar ons lichaam ons bewustzijn ondersteunt. Ze zijn onderling afhankelijk. Hun visie impliceert dat lichaam en bewustzijn bij de bevruchting gekoppeld raken, tijdens het leven gekoppeld zijn, tijdens ons sterven losgekoppeld worden, en na ons sterven losgekoppeld zijn. Wellicht zijn ze dan ook nog ‘gekoppeld’ maar niet op een directe manier. Het lijkt erop dat ze in elk geval niet eindeloos van elkaar verwijderd zijn, omdat ze elkaar anders niet meer tegen zouden kunnen komen. Maar de consequentie van dit Tibetaanse denken is dat, als ons lichaam wegvalt, ons bewustzijn zich op een of andere manier voortzet. Wellicht is het goed te vermelden dat de visie is dat ons lichaam uiteenvalt in elementen die ook voortduren en zich op een later moment weer kunnen combineren tot een lichaam onder invloed van het bewustzijn.  

Continuüm van bewustzijn
Ons bewustzijn is in de Tibetaans boeddhistische visie daarmee een uiting van een continuüm van bewustzijn. Als ons lichaam wegvalt, gaan aspecten van ons bewustzijn verder zonder lichaam om zich later weer aan een lichaam te verbinden. Het verschil met het Westen zit niet alleen in deze visie van de continuïteit van het bewustzijn, maar ook in de discussie rond het begin daarvan. Als we geloven dat er eerst een grote klap was en dat daarna bewustzijn is ontstaan, hebben we een andere veronderstelling dan wanneer we geloven dat materie en bewustzijn er altijd zijn geweest. Of als we geloven dat bewustzijn in ons DNA zit, is dat weer een volledig andere opvatting. Deze  laatste veronderstelling impliceert overigens dat  bewustzijn uit materie is ontstaan. Dat is niet heel logisch. Beide bezitten immers volledig andere kwaliteiten. Zie boven. Een weer andere opvatting kan zijn dat God steeds weer het bewustzijn creëert. Maar dan is de vraag wie God is en hoe hij/zij steeds opnieuw in staat is om dat bewustzijn te creëren.

Conclusie
Met argumenten als deze is het niet helemaal onredelijk om het begrip van een continuüm van materie en bewustzijn te accepteren. Vanuit de veranderingen die er voortdurend optreden is de veronderstelling dat de vormen waarin materie en bewustzijn zich al dan niet in combinatie manifesteren, voortdurend wisselend van aard zijn. Dat is een gesprek waard.

April, 2019