Actief tot zeven weken na het overlijden

De zeven weken na het overlijden

De Tibetaans boeddhistische visie over leven en sterven is in een aantal opzichten heel anders dan bij ons. Dat vraagt daarom om uitwisseling van ideeën, om een gesprek. 

Op deze pagina wordt het gesprek gevoerd over consequenties van de Tibetaans boeddhistische opvatting over de zeven weken na het sterven. De visie in het Tibetaans boeddhisme is dat de geest (het bewustzijn) in de meeste gevallen na het overlijden gedurende de eerste drie weken rond de vertrouwde situatie blijft rondzwerven; en dat het in de vier weken daarna op zoek gaat naar een mogelijkheid om te reïncarneren. Deze visie impliceert dat we in die periode de overledene bij diens zoektocht kunnen ondersteunen. 

Reacties zijn hartelijk welkom via contact. Het lijkt een goed idee om met reacties eerst te wachten tot ruim nadat het boek is verschenen.  

We hebben zeven weken beschikbaar om de overledene te helpen een goede bestemming te vinden

Wanneer iemand is overleden in onze westerse cultuur betekent de begrafenis of crematie het eind van iemands reis hier op aarde. Daarna kunnen we niets meer doen. ‘Machteloos’ staan we dan plotseling, vaak ook nog na een intensieve periode rondom het overlijden, aan de zijlijn. De achterblijvers hebben dan de taak hun weg verder alleen te vervolgen en vorm te geven aan de pijn en het verdriet die het verlies met zich meebrengt. Vanuit mijn persoonlijke ervaring voelde de abruptheid van het ingaan van deze fase als zeer ongemakkelijk en overweldigend.

De boeddhistische leer gaat hier wezenlijk anders mee om. Deze kent hierin meer de weg van geleidelijkheid. Tot 7 weken na het overlijden kunnen we namelijk nog iets betekenen voor onze dierbare die is overleden. Door dagelijkse beoefeningen te doen en een positieve houding te behouden ten opzichte van de overledene, kunnen we diegene vanuit onze positie begeleiden op zijn pad in de bardos rond en na het sterven. Dit begint in de eerste dagen na het overlijden bij de overgang naar de heldere bardo van dharmata. Daar kan de overledene zich eventueel verbinden met het eigen natuurlijk helder gewaarzijn. Daarna komt in de meeste gevallen de karmische bardo van worden die gemiddeld ongeveer zeven weken duurt, waarna iemand wordt wedergeboren. In deze periode is de overledene dus zoekende naar een goede bestemming. Tonglen is een beoefening die daarbij kan helpen, door ons te openen voor het lijden van de ander en zo te beseffen wat de ander nodig heeft. Daarnaast kunnen we door beoefening de overledene ook ‘vrijheid van lijden en de oorzaak van lijden’ toewensen, gericht op het loslaten van de situatie. Maar net zo belangrijk in deze periode is een juiste houding richting de overledene. Dat betekent bijvoorbeeld dat we ons nog gedragen alsof diegene die is overleden er nog is door met respect over diegene te spreken en weinig te veranderen aan de leefsituatie van de overledene. Op die manier krijgt deze de tijd te wennen aan het feit dat die overleden is.

Het mooie is dat we, door dit te doen, niet alleen diegene die overleden helpen een weg te vinden naar een goede nieuwe bestemming, maar dat het ook onszelf, de achterblijver(s), op weg helpt om de overledene los te laten. Mijn eigen ervaring is dat het fijn voelt bewust tijd te mogen nemen om de overledene alle goeds op zijn reis te wensen door middel van dagelijkse beoefening. Als achterblijver(s) zet je dan bewuste stappen om de overledene los te laten vanuit hartkwaliteit. Ook de tijd die genomen mag worden om de leefsituatie van de overledene nog even intact te houden draagt hieraan bij. Die persoon is er nog een beetje.

Mijn eigen ervaring is dat zeven weken voldoende zijn om de volgende stap in het rouwproces te maken. Als je dat doet, dan is het goed. Je bent dan beter toegerust om je weg alleen te vervolgen en te beseffen dat je het vanaf nu moet doen met herinneringen. Echter, wel vanuit het besef dat je op basis van mededogen er alles aan hebt gedaan de overledene te begeleiden naar zijn of haar nieuwe bestemming. Dat geeft troost en is een goede grond voor het verdere eigen helingsproces. Tegelijkertijd draagt het ook nog eens bij aan een goed leven, waar verlies nu eenmaal onlosmakelijk mee is verbonden. Hier is goed over nagedacht door de boeddhisten!