Abortus

Een boeddhistisch perspectief

Abortus 

In het boek van Sebo Ebbens ‘Op de golven van geboorte en dood‘ is in deel 1 de theorie van de Tibetaans boeddhistische visie op leven en sterven besproken. In deel 2 zijn diverse beoefeningen aan deze theorie gekoppeld. In de verschillende beoefeningen wordt er regelmatig naar de theorie hoofdstukken verwezen.

De onderstaande tekst is een aanvulling op het boek. De tekst gaat over een boeddhistisch perspectief op abortus. Hét  boeddhistische perspectief bestaat niet. De reden is dat lang niet alle boeddhisten hetzelfde over dit onderwerp denken. Daarom hieronder eerst een (!) Tibetaans boeddhistisch perspectief met argumenten (1). Daarna wordt gekeken naar  wat de regels, wetten, afspraken zijn bij abortus in de Nederlandse situatie (2). Bij 3. wordt beschreven of en hoe deze twee verschillende perspectieven eventueel met elkaar te verbinden zijn. Tot slot wat bronnen en verwijzingen (4).

1. Een boeddhistisch perspectief op abortus

Er is bij de verschillende boeddhistische tradities niet een eenduidig standpunt over abortus te vinden. Er zijn boeddhisten die het zonder meer afkeuren; er zijn boeddhisten die het onder bepaalde voorwaarden toestaan. Hieronder volgt een aantal overwegingen.

Het leven begint bij de conceptie
De visie van de Tibetaanse boeddhisten is dat het leven begint bij de conceptie. Bij de conceptie verbinden het natuurlijke heldere gewaarzijn en het basisgeheugen (uit een vorig leven) zich met de eicel en zaadcel en begint een nieuw leven. De levenskracht zit in at heldere gewaarzijn. Waar de Westerse wetenschap spreekt over het DNA dat we van de ouders krijgen, spreken de Tibetaanse boeddhisten over o.a. het gewaarzijn en het basisgeheugen die reïncarneren in een nieuw lichaam. Zie voor meer informatie de hoofdstukken 5 en 6 in het boek van Sebo Ebbens (2019)

Het leven dat op deze manier bij de versmelting ontstaat wordt in de Tibetaans boeddhistische visie gezien als het leven van een levend wezen. De reden om dat zo te zeggen is dat in deze visie dit wezen al het volledige potentieel heeft, ook al is het nog niet direct levensvatbaar. Meer traditionele boeddhisten zullen om deze reden vaak tegen abortus zijn. Zij zien abortus als het doden van een levend wezen. Andere boeddhisten zullen er genuanceerder tegenover staan en het onder voorwaarden goedkeuren.

Opnieuw door de bardos
Als een abortus gepleegd wordt, betekent dat dat de geest van de foetus, die net begint aan een nieuwe cyclus van leven en sterven, opnieuw de bardos rond en na het sterven ingaat. Opnieuw gaat de de geest van de foetus door de bardo van pijnlijk sterven, de heldere bardo van dharmata en de karmische bardo van worden om een nieuwe geboorte te zoeken. In het boeddhisme is het zonder meer mogelijk de foetus bij deze reis te ondersteunen op precies dezelfde wijze als we iemand tijdens en na het sterven kunnen ondersteunen. Zie onderdeel 3. 

Een persoonlijk besluit
Een besluit over abortus is een persoonlijk besluit. De belangrijkste overweging daarbij in het boeddhisme is niet of abortus moreel goed of slecht is maar of en hoe het schade doet aan of tot voordeel is voor de direct betrokkenen. We komen daarachter wanneer we een besluit over abortus nemen vanuit mededogen voor alle direct betrokkenen. Een besluit om al dan niet abortus te laten plegen is dus ons besluit en niet een besluit van anderen. Dat betekent wel dat we het besluit goed moeten overwegen. Het besluit is daarbij persoonlijk en indringend omdat het gaat over leven en dood.

Een belangrijke opvatting van de boeddhisten daarbij is dat we vol verantwoordelijk zijn voor wat we doen en verantwoordelijk zijn voor de consequenties daarvan. Deze opvatting sluit direct aan bij de wet van karma (zie hoofdstuk 2 van het boek). De wet van karma zegt dat alles wat we doen consequenties heeft en dat we die consequenties moeten accepteren. De gevolgen daarvan zijn niet altijd direct zichtbaar maar kunnen later zichtbaar worden bijvoorbeeld bij een nieuwe zwangerschap. Deze opvatting pleit om een mogelijk besluit en de consequenties daarvan goed door te nemen. Standaardoplossingen zijn er bij dit soort besluiten niet voorhanden.

Wikken en wegen vanuit mededogen
De afwegingen zijn extra moeilijk wanneer het leven van de moeder of het leven van de foetus in gevaar is en er daarom om medische redenen abortus gepleegd moet worden. In zo’n situatie kan het het geval zijn dat er hoe dan ook één levend wezen zal sterven. Opnieuw is de belangrijkste overweging de intentie van mededogen voor al degenen die erbij betrokken zijn. Principes of standaardopvattingen als ‘het hoort niet’ of ‘het is slecht’ helpen niet. Elke situatie kent eigen overwegingen. Er zijn in het boeddhisme geen algemeen geldende richtlijnen voor situaties als deze. Sterker: wanneer mededogen centraal staat zijn er nergens standaardrichtlijnen te vinden. Wanneer mededogen het criterium is, vraagt elke situatie een eigen afweging.

Op dezelfde manier zijn de afwegingen moeilijk als er een situatie zal ontstaan waarin we weten dat de baby geboren zal worden maar dat die een leven krijgt waarin die ernstig lijdt. Ook in zo’n situatie zal ons mededogen een grote rol moeten krijgen. Zo kan het een overweging zijn dat abortus mogelijk moet zijn wanneer we de baby ter wereld brengen waarin het groot lijden zal meemaken. Dat wensen we niemand toe.

Vanuit mededogen karmische nadelen beperkt
In het algemeen is het zo dat, wanneer het besluit mede op grond van mededogen voor alle betrokkenen wordt genomen, de karmische nadelen beperkt zullen blijven. We waren immers uit op het goede. 
 

2. Abortus in de Nederlandse situatie


Foto: de abortus wet in 1981 besproken in de Eerste Kamer

Het rijk en veel abortusinstellingen geven in stappenplannen aan wat te doen als er vragen zijn over de zwangerschap in relatie tot het al dan niet doen van abortus. Allereerst zeggen ze dat we met onze vragen terecht kunnen bij onze huisarts; of bij een abortuskliniek als abortus een overweging is. Zij geven een drietal opties bij zwangerschap die alle drie het overwegen waard zijn:

  1. Als je zwanger bent en je onderneemt verder geen actie, dan zal er een kind ter wereld komen dat zorg en liefde nodig heeft. Het is goed om je daarop voor te bereiden. 
  2. Wil of kan je deze zorg (nog) niet zelf op je nemen, dan kun je ervoor kiezen je kind met anderen op te voeden of door anderen te laten opvoeden.
  3. Als je overweegt je zwangerschap te beëindigen, betekent het dat je abortus wil laten plegen. Zie hieronder.

In Nederland kan iemand vanaf 16 jaar zelfstandig beslissen over abortus. Vanaf 16 jaar is er geen toestemming meer nodig van ouders.

Verplichte bedenktijd bijabortus
Na het 1e gesprek bij de huisarts of de arts van de abortuskliniek bestaat een verplichte bedenktijd. Deze bedenktijd tussen het 1e gesprek en de abortus-ingreep is 5 dagen. Deze dagen zijn verplicht. De dagen zijn ingepland omdat er van wordt uitgegaan dat we vrijwillig en welbewust voor een abortus moeten kunnen kiezen. Ook de behandelend arts moet er zeker van zijn dat onze keuze vrijwillig en weloverwogen is. Zie hieronder bij ‘de wet’.

De wet
Een abortus mag tot de 24e week van de zwangerschap. Wanneer we meer dan 16 dagen over tijd zijn (meer dan 6 weken en 2 dagen na de laatste ongesteldheid), hebben we een verplichte bedenktijd van 5 dagen. Wanneer we 16 dagen of minder over tijd, zijn er geen 5 dagen denktijd omdat in dat geval gesproken wordt over een overtijdbehandeling en niet over een abortus. Bij een overtijdbehandeling is het mogelijk rechtstreeks een afspraak maken met een abortuskliniek en is er geen verwijsbrief nodig.

De reden om de grens te leggen op 24 weken is dat na die periode de vrucht buiten het lichaam kan overleven. Die grens ligt voor de strafwet daarom bij 24 weken. Artsen houden in de praktijk vaak 22 weken aan als grens, omdat zij de duur van de zwangerschap tot op 2 weken nauwkeurig kunnen bepalen.

Na 24 weken mag een arts een zwangerschap alleen afbreken als het gaat om zeer zwaarwegende medische redenen. Een voorbeeld is dat de ongeborene niet levensvatbaar is of ernstig zal lijden. Artsen moeten zich daarbij houden aan ‘zorgvuldigheidseisen bij late zwangerschapsafbreking’. Een latere zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging van pasgeborenen zijn strafbare handelingen. Als er aan specifieke zorgvuldigheidseisen is voldoen, kan het Openbaar Ministerie (OM) beslissen om niet tot strafrechtelijke vervolging over te gaan. Zie voor meer informatie hierover de website van het FIOM hieronder.

3. De twee perspectieven verbinden

Zoals altijd zijn er in complexe situaties als deze geen eenduidige regels zijn over wat goed of niet goed is om te doen. Een situatie als deze vraagt eigen overwegingen. Een besluit als het plegen van een abortus is een (zeer) persoonlijk besluit.

De boeddhistische visie is dat het bij abortus gaat om het beëindigen van het leven van een (potentieel) levend wezen. Desalniettemin kunnen er veel redenen zijn om toch een abortus te doen. De belangrijkste overweging daarbij is of het schade doet aan of goed is voor alle betrokkenen als we het doen. Dat betekent dat we in ons besluit zoveel mogelijk rekening houden met al degenen die bij het besluit betrokken zijn, inclusief de foetus. Het minste is dat we in ons besluit moeten overwegen dat we zoeken naar het besluit dat de schade voor de betrokkenen zo veel mogelijk beperkt. Dat vraagt om goede afweging van alle belangen die er spelen. Het belangrijkste criterium voor een besluit is daarmee mededogen voor alle betrokkenen. 

Mocht het besluit genomen worden over te gaan tot een abortus, dan is het belangrijk om op voorhand te erkennen dat elke abortus verdriet met zich mee brengt. Er is altijd verdriet als het gaat om een beslissing die sterven en dood dichterbij brengt. Het is belangrijk dat verdriet te erkennen en daarbij goed voor onszelf te zorgen. Anderen kunnen ons daarbij helpen: geliefden, vrienden, vriendinnen, artsen, therapeuten, begeleiders voor rouwverwerking, boeddhistische leraren, … Ook is het mogelijk actief aan beoefeningen mee te doen die kunnen helpen het verdriet te verzachten. Denk aan een beoefening als tonglen. Zie in het boek ‘Op de Golven van Geboorte en Dood’, met name beoefening 9. Zie ook hieronder bij de bronnen de verwijzing naar tonglen. 

We kunnen zorgen voor de foetus die geaborteerd is door die te begeleiden op zijn of haar reis door de bardos. We kunnen de beoefeningen doen die in het boek van Sebo Ebbens ‘Op de golven van geboorte en dood’ bij beoefening 20 beschreven staat over stervensbegeleiding. 

Dilgo Khyentse Rinpoche schreef dat het zal helpen wanneer we, wanneer we later van de abortus toch spijt krijgen, we voor dat besluit vergeving vragen. In het boek staat één beoefening vermeld over vergeving, namelijk beoefening 11. Zie ook hieronder bij bronnen een verwijzing naar vergeving. We kunnen in een dergelijke situatie ook andere beoefeningen doen, zoals opnieuw de beoefening van tonglen of de beoefening van Vajrasattva. Tonglen is in het boek (beoefening 9) en hieronder vermeld, Vajrasattva niet. Ook is het mogelijk om op basis van de wens van vergeven bijvoorbeeld vrijwilligerswerk te doen, met name werk waarin we anderen helpen. We kunnen dan ons vrijwilligerswerk opdragen aan een goede reis door de bardos of het toekomstige leven van de geaborteerde. Mochten we tonglen of Vajrasattva beoefening willen doen, dan is het goed als we de instructie daarvoor krijgen van een leraar of iemand met veel ervaring. We kunnen dat maar beperkt uit een boek leren.

4. Bronnen, achtergrondinformatie